Spring naar inhoud

Energie en klimaat

Centraal stond de vraag hoe we kunnen besparen op het energieverbruik van de kerkelijke gebouwen, gas en elektriciteit. Het watergebruik van de gebouwen is minimaal, een verdere besparing is lastig te behalen en ook weinig effectief.

Elektriciteitsverbruik - lopende activiteit
Als eerste actie zullen de mogelijkheden voor het opwekken van duurzame elektriciteit worden geïnventariseerd, zoals het plaatsten van zonnepanelen op Kloosterstee.

Gasverbruik
In de inventarisatiefase zijn de volgende gegevens verzameld:
• Verbruiksgegevens gas tussen 2018 en 2022
• Registratie van het temperatuurverloop in de Kloosterkerk. Daartoe zijn gedurende een jaar drie temperatuurloggers in de kerk geïnstalleerd, waarmee de temperatuur en het vochtgehalte zijn gemeten en vastgelegd.
• Een inventarisatie van alternatieven voor warmtevoorziening.

Alternatieven voor de warmtevoorziening
De mogelijkheden om de Kloosterkerk te verwarmen zijn beperkt. De volgende alternatieven zijn op hun haalbaarheid getoetst:

Warmtepomp in combinatie met aardwarmte
Het benutten van aardwarmte is met name geschikt voor gebouwen die continu in gebruik zijn. Het is een vorm van lage temperatuurverwarming die een gebouw op een vrij constante temperatuur kan houden. Door het incidentele en beperkte gebruik van de kerkgebouwen is dit onrendabel.

Warmtepomp in combinatie met luch
t
Ook hiervoor geldt hetzelfde als voor het gebruik van aardwarmte. Onrendabel.

Hybride (lucht)warmtepomp in combinatie met aardgas
Deze optie behoort in beginsel tot de mogelijkheden. De rentabiliteit hangt sterk af van de aanschaf- en installatiekosten. Vervanging van de huidige ketel is gelet op de leeftijd ervan nu nog niet opportuun. Bij eventuele toekomstige vervanging kan overwogen worden een hybride warmtepomp te laten installeren.

Elektrische verwarming
Verwarmen met elektriciteit is over het algemeen onrendabel in vergelijking met het gebruik van gasverwarming. Uiteraard hangt dit af van de elektriciteits- en gasprijs. Bedacht dient daarbij te worden dat er ongeveer 10 kWh aan stroom nodig is om 1 m3 gas te vervangen. Bij de huidige energieprijzen betekent dit dat stoken op elektriciteit ongeveer drie à vier keer zo duur is.

Pulsverwarming
De registratie van het temperatuurverloop door het jaar heeft inzicht gegeven in het thermisch gedrag van het kerkgebouw. De warmtecapaciteit, gedefinieerd als de hoeveelheid energie die nodig is om een stof één graad te verhogen, is voor lucht veel kleiner dan voor steen. Dit betekent dat als de verwarming van de kerk wordt aangezet de lucht in de kerk snel op temperatuur is, terwijl de muren en de vloer slechts zeer langzaam opwarmen. De temperatuur van de lucht is bepalend voor de mate waarin een kerkganger zich behaaglijk voelt.
Met dit gegeven in het achterhoofd is ervoor gekozen om het stookgedrag aan te passen. De kerk wordt niet meer zoals eerder heel vroeg aangezet, bij lage temperaturen soms zelfs al op zaterdagavond, maar enkele uren voor de dienst. Uiteraard afhankelijk van de buitentemperatuur. We noemen deze wijze van verwarmen pulsverwarming. In de praktijk blijkt dit prima te werken.

Spotverwarming

Eén keer per week oefent de cantorij in de kerk gedurende een uur. Het is uiteraard niet erg efficiënt als daarvoor het hele kerkgebouw wordt verwarmd tot een behaaglijke temperatuur.
Derhalve is gekozen voor infrarood-stralers die de cantorij rechtstreeks verwarmen. Het nadeel van dit systeem is evenwel dat de verwarming alleen voelbaar is in het straalbereik van de straler. Dus warme voorkant en koude ruggen.

Na enig experimenteren is er uiteindelijk voor gekozen om, bij te lage buitentemperaturen, een kortstondig gebruik van pulsverwarming aan te vullen met de warmte van de stralers. Op deze wijze is een optimum bereikt tussen een behaaglijke temperatuur in het koor van de kerk en een zo zuinig mogelijk gas- en elektriciteitsverbruik.

Al met al hebben de maatregelen geleid tot een besparing van ongeveer 40% op gasverbruik van het kerkgebouw, met behoud van een voldoende hoge temperatuur. Doordat de infrarood-stralers hooguit ongeveer een uur per week in de wintermaanden gebruikt worden, is het elektriciteitsverbruik ervan verwaarloosbaar.

Het hoofdstuk gasverbruik is daarmee voorlopig afgesloten.